VinoTip

Geschiedenis 
Het oudste glas wat gevonden is komt uit Egypte zo’n 1500 jaar voor Christus. De glazen werden echter nog niet geblazen, dit is pas ontstaan rond onze jaartelling door de Syriërs. In Europa is de glastraditie op een gegeven moment verloren gegaan door de ondergang van het Romeinse Rijk en de Volksverhuizingen. In het Midden Oosten zette het overigens gewoon voort door de luxe-industrie. De specialisatie zat hem dan ook in het versieren van de glazen met email (glazuur) en goud.

In Europa kwam er vanaf de elfde eeuw weer een opleving vanuit Venetië. Tot het einde van de 17^de eeuw was de markt voor glazen dan ook in de handen van het Venetiaanse glas. In de overige landen werden deze glazen dus als voorbeeld genomen voor eigen productie. Rond het jaar 1600 waren Henri en Léonard Bonhomme dominant in de Nederlandse glasindustrie.  Zij stonden bekend om de hoge kwaliteit van hun producten.

In Engeland waren ze vooral bezig met een nieuwe manier om de glazen te versieren door middel van het graveren met een diamant. Hier kwam overigens ook een belangrijke andere ontwikkeling vandaan, namelijk het kristalglas. Dit glas was zo helder dat het graveren van dit glas nog beter uit kwam, dit is dan ook meteen bepalend geweest voor het glas in de 17de en 18de eeuw. Pas in de 20ste eeuw werden de glazen gevormd op functie van het glas. In Nederland was het A.D. Copier die in 1930 met het Gilde-drink-servies baanbrekend werk verrichte wat ook positief buiten de grens werd ontvangen. Zelfs tegenwoordig is het Gilde-glas nog erg populair.

Functioneel Bijna iedereen is wel op de hoogte van het feit dat witte en rode wijnen in andere glazen geschonken moeten worden. Wil je de wijn echter goed tot zijn recht laten komen, dan is het glas zelfs afhankelijk van het type wijn. Bij het proeven van de wijn zijn namelijk ook andere zintuigen bepalend voor de ervaring zoals het bekijken en het ruiken van de wijn. Zo is bijvoorbeeld een Bourgogne glas erg breed, bijna een bol om de wijn extra goed te kunnen

ruiken. Doordat het glas erg groot is kan er veel geur (het boeket) vrijkomen en omdat de opening van het glas naar binnen loopt blijft de geur ook goed in het glas hangen. De opening is dan wel weer groot genoeg om ook tijdens het drinken de geur goed op te kunnen nemen doordat de neus in de opening van het glas kan. Niet alleen de vorm maar ook het soort glas is belangrijk voor de totale ervaring. Glas is namelijk niet altijd even helder, maar kristal wel. Bij een kristallen glas zullen de kleuren van de wijn dus ook beter overkomen. Zelfs de dikte van het glas kan de ervaring verreiken, hoe dunner het glas hoe fijner het aanvoelt in de mond. Op dit moment zijn er twee grote fabrikanten die zicht specialiseren op wijnglazen en ook voor bijna elke type wel een glas hebben ontwikkeld. Op de website van Riedel en Schott Zwiesel kan meer informatie gevonden worden.

Onderhouden
Om optimaal te kunnen genieten van de wijn willen we het liefst een helder, schoon en geurloos glas. Het glas wassen in de vaatwasser kan een zeep geur achter laten en het drogen laat vaak vlekjes achter. De beste manier is dan nog altijd om deze met de hand te wassen. Het gebruik van zeep is niet noodzakelijk, lauwwarm water is voldoende. Mochten er toch hardnekkige vlekken blijven zitten, probeer het glas dan in wat soda te weken. Droog het glas af als deze nog warm is met een droge doek die niet pluist. Ondersteun de kelk met de ene hand en droog met de andere. Berg het glas op in een gesloten kast en gewoon rechtop. Als je het glas ondersteboven neerzet kan ten eerste de kelk breken en ten tweede kan het glas de geur van de plank aannemen. Ondersteboven ophangen kan natuurlijk ook, dit verminderd ook de kans op stof in het glas.